ARBEID EN ONDERNEMING
ECONOMISCH BELEID VAN VERSCHILLENDE POLITIEKE PARTIJEN
Ik KAN de tien grootste politieke partijen van Nederland benoemen
Ik KAN uitleggen wat het economische beleid is van verschillende politieke partijen in Nederland
Ik WEET wat bedoeld wordt met het hebben van een economisch standpunt
Ik KAN informatie over de economische standpunten van verschillende partijen in een VENN diagram verwerken
Ik BEGRIJP dat elke partij zijn eigen overtuigingen heeft op basis waarvan het een standpunt inneemt over economische zaken
HUISNIJVERHEID
Ik KAN uitleggen wat er bedoeld wordt met huisnijverheid
Ik KAN uitleggen welke invloed de Industriële Revolutie had op de huisnijverheid
Ik WEET wat er bedoeld wordt met vraag en aanbod
Ik BEGRIJP dat vraag en aanbod van belang zijn geweest bij het ontstaan van fabrieken
Ik BEGRIJP wat de invloed van overzeese handel is geweest op de groei van (het aantal) fabrieken
Ik KAN informatie op een chronologische wijze verwerken in een storyboard
PLANECONOMIE EN VRIJE MARKT
Ik KAN in mijn eigen woorden uitleggen wat er wordt bedoeld met planeconomie en vrije markt
Ik KAN de verschillen en overeenkomsten tussen planeconomie en vrijemarkt uitwerken in een VENN diagram
Ik WEET of er in Nederland een planeconomie of een vrije markt heerst
Ik BEGRIJP waarom sommige landen kiezen voor het een of het ander of soms voor een combinatie